ons verhaal

We moeten jullie iets vertellen......
 
‘We moeten jullie iets vertellen,’ zeiden Anuscka en Godfried Heuvelmans in de zomer van 2006 tegen hun vrienden en familie. De vrienden en familie zetten zich schrap. Kwam er misschien een nakomertje? Nee. ‘Wij gaan verhuizen naar Italië. We hebben een authentieke boerderij gekocht die we gaan opknappen ’
Niemand reageerde enthousiast. Iedereen vond het een raar plan. Godfried en Anuscka hadden hun leven in Haarlem goed op orde. Godfried had veel werk als aannemer, Anuscka als interieurontwerpster. Met hun drie dochters vormden ze een hecht gezin, ze hadden veel vrienden, een mooi huis. Gingen ze dat op het spel zetten? Gingen ze hun pubers op een Italiaanse school overplanten? Hadden ze de tv-serie‘’Ik vertrek’ niet gezien, over Hollanders met dezelfde plannen? Daarin kwamen de avonturiers meestal met hangende pootjes naar huis na een ware lijdensweg.
Ja, die serie hadden Anuscka en Godfried juist goed bekeken, en die had hen niet afgeschrikt. Die had hen aangetoond waar de zwakke plekken bij zo’n onderneming zitten en hoe je die kon voorkomen. Ze bleven bij hun besluit, dwars door alles heen, ook door hun eigen angst voor het onbekende.
De vrienden konden niets anders doen dan een surprise party organiseren, en het afscheids-feest bijwonen waarvoor de Heuvelmansen een Bloemendaalse strandclub hadden afgehuurd. Bij dat feest kreeg het gezin een glazen fles vol briefjes cadeau. Die fles mocht pas na vijf jaar worden geopend. Op de briefjes hadden de gasten geschreven waar zij dachten dat het gezin Heuvelmans zich over vijf jaar zou bevinden. Voor de meeste was het duidelijk: dan was dat gezin gewoon gezellig terug in Nederland. 
De fles werd ritueel in zee gegooid. Vanuit daar zou hij zogenaamd naar Italië drijven waar het gezin de fles, een zelfde exemplaar, kon opvissen in het meertje bij hun nieuwe huis. 
Toen de Heuvelmansen met hun hebben en houden Haarlem uitreden, stond de hele weg bezaaid met bekenden.
Een week later reisden de eerste vrienden naar Italië om te helpen met de eerste loodjes. Ze troffen een paradijselijke omgeving aan te midden van de Italiaanse heuvels. Daar stond de boerderij. Die was wel heel authentiek. Eigenlijk meer een ruïne. In Nederland zou het gebouw zijn voorzien van het bordje ‘onbewoonbaar verklaard’.Ook binnen was het letterlijk een puinhoop. Met open mond liepen de vrienden achter Anuscka aan, die hen door de stoffige bouwval leidde. Ze vertelde heel serieus: ‘Kijk, hier komt de huiskamer, hier de keuken, en deze kamer worden slaapkamers. Moet je zien wat een mooi uitzicht!’ Dat laatste klopte.
Voor de ruïne stond een klein tentenkampje; bestaande uit een plastic zwembadje, 2 caravans en een luifel. Daar woonde het gezin. Godfried stond in een zelf gefabriceerde houten hok een keuken aan te leggen, en een douche en een wc. Anuscka was in de boerderij begonnen met het losbikken van eeuwen oude tegels. Dit alles bij zo’n veertig graden Celsius. 
De vrienden bikten al gauw mee. Het had wel iets, meewerken aan die merkwaardige droom. In de vele pauzes werd heerlijk gegeten en verrukkelijke wijn gedronken. Mede daardoor kwamen die zomer wel zestig Hollandse vrienden meehelpen.
Met het aanbreken van de herfst werd het menens. De vrienden gingen terug en de familie Heuvelmans bleef achter. Half september moesten de drie kinderen naar school. In het naburige middeleeuwse dorpje, Montalto delle Marche. Floor (8) ging naar de basisschool, Amber(12) en Carmen (13) naar de middelbare.
De eerste maanden zaten de drie in hun diverse klassen zonder een woord te verstaan. Zes dagen per week.’Dat was saai,’zegt Carmen nu, met gevoel voor understatement. ‘Pas na een tijdje ga je zinnetjes begrijpen, zoals ‘Pak je pen’. Omdat je iedereen dan zijn pen ziet pakken.’ Zij en haar zusjes droomden er van te kunnen praten met hun klasgenoten. De oudsten maakten na school hun huiswerk met lerares Mirella,die hen Italiaans leerde. Hun kleine zusje Floor had minder huiswerk en meer tijd om zich te vervelen. Na een paar maanden kreeg zij een Italiaans vriendinnetje, Elena, met wie ze aanvankelijk zwijgend met de Barbies speelde.
De kwelling duurde een paar maanden. Na een half jaar verstonden de meiden italiaans en na een jaar spraken ze het vloeiend. Anuscka kon ze niet meer helpen met huiswerk, alleen nog een beetje met wiskunde. De rollen waren omgedraaid. De dochters tolkten als hun ouders probeerden met Italianen te praten. Tot ieders verbazing zouden alle drie de meiden, die inmiddels zelfs het dialect van het dorp beheersten, aan het eind van het jaar gewoon over gaan naar een volgende klas.
Anuscka en Godfried hadden het te druk om de taal goed te leren. De volgende twee jaar zouden ze eigenhandig de bouwval slopen om het van de grond af weer op te bouwen. Alleen het dak, de fundering en de tussenvloer lieten ze doen door een aannemer. Elegante Anuscka veranderde in een sierlijke bouwvakker, met spieren als kabeltouwen. Met een pneumatische hamer haalde ze een vierkante kilometer stuukwerk van de muren af, ze bikte voegen uit en voegde ze opnieuw. Godfried metselde de gaten voor de kozijnen, verving balken boven de deuren en kozijnen, maakte tussenmuren, timmerde alle deuren, tafels, bouwde een open haard. En sanitaire voorzieningen, waterleidingen, electra en zonnepanelen. Hij plaatste een bijzondere cv, die wordt gestookt op restafval van olijven na persing.
De eerste maanden van hun verblijf in Italië woonde het gezin in hun tentenkampje, maar in november 2007 werd het er te koud en te vochtig. Ze vluchtten naar een gehuurd appartement in Montalto. Dat kwam hun relaties met de Italianen ten goed. De kinderen, die tot dan toe gehaald en gebracht waren naar en van school, konden nu lopen naar hun vrienden. Ook hun ouders smeedden goede banden met de dorpelingen. Adriana, de moeder van Floors vriendinnetje Elena werd Anuscka’s vriendin. Zij en haar familieleden begonnen de Heuvelmansen als familie te beschouwen. Ze nodigde hen uit voor alle familiefeesten en partijen.
Pas in juni 2008 keerden de Heuvelmansen terug naar hun ‘ruïne’. Het tentenkamp was niet meer nodig, een deel van het huis was onherkenbaar bewoonbaar. En Godfried had een mooi zwembad aangelegd. Waar de nieuwe Italiaanse vrienden graag gebruik van kwamen maken. Het zwembad werd ook wel het gemeentebad’ genoemd. Regelmatig werden er zwemfeesten georganiseerd met soms wel veertig kinderen.
Intussen werkte Godfried en Anuscka gestaag door. Af en toe vloog er wat servies door de lucht. Wegens echtelijke ruzies. Die waren van tevoren ingecalculeerd: Ze wisten van het programma ‘Ik vertrek’ dat de stress van hun project hun relatie zou beproeven. Dwars door hun gekibbel maakten ze eigen slaapkamers voor de dochters, en tenslotte voor zichzelf. Dat bracht rust. Het huwelijk bleek de stootjes aan te kunnen.
Letterlijk en figuurlijk. Tijdens de eerste nacht in hun nieuwe slaapkamer begon het hele huis te schokken en te schudden. Anuscka raakte in paniek. Ze dacht dat de aannemer een constructiefout had gemaakt waardoor het huis instortte. Het gezin vluchtte naar buiten. Later bleek dat het dorpje Acquila, tachtig kilometer verderop, ingestort was door een aardbeving. Ook in en bij Montalto waren enkele huizen beschadigd. Zo niet het huis in het dal. De Heuvelmansen hadden geïnvesteerd in het, ‘aardbevingbestendig’ maken van hun huis. Dat bleek een goede keus te zijn geweest.
Ook aan hun innerlijke ontplooiing werd gewerkt. Op een dag zeiden de drie meisjes Heuvelmans tegen hun niet erg godsdienstige ouders dat ze katholiek wilden worden. Misschien kwam deze religieuze ommezwaai minder voort uit innerlijke overtuiging dan omdat al hun vrienden katholiek waren en er veel uitbundige feesten werden georganiseerd door de kerk en familie. Onder toeziend oog van de bisschop werden Carmen en Floortje gedoopt en deden ze hun heilige communie. Amber zal het volgend jaar gaan doen. Hun ouders keken geïnteresseerd toe. De plechtigheden waren mooi, en voor de integratie in het dorp was het ook alweer goed.
Ondanks al die integratie hielden de gezinsleden de contacten met hun oude vrienden uit Nederland ijverig op peil. Zo intensief en trouw, dat die oude vrienden zich soms koesterden in de illusie dat ze helemaal niet weg waren. Italië leek opeens om de hoek. Montalto was een dependance van Haarlem geworden.
In de zomer- en kerstvakanties kwam het gezin op bezoek. Via hun verhalen, via telefoon, via internet volgden de Hollanders de metamorfose van het huis in het dal op de voet. Ze zagen de ruïne veranderen in een lustoord. En hun vrienden in halve Italianen.
Het duurt nog drie jaar voor de fles met de briefjes mag worden geopend. Dan zal het ongelijk van de Nederlandse vrienden aan het licht komen. Eigenlijk weten ze nu al beter. De Heuvelmansen komen nooit meer terug.

                                                                                             © Dorine Hermans 2009
Share by: